Dan Brown is terug, en hoe! In zijn nieuwste thriller, 'Het ultieme geheim', neemt hij ons mee op een duizelingwekkende reis door de straten van Praag, de zalen van de wetenschap en de diepten van het menselijk bewustzijn. Robert Langdon, de geliefde professor in kunstgeschiedenis en symboliek, staat opnieuw centraal in een verhaal vol mysteries, complotten en onverwachte wendingen.


Het verhaal begint in Praag, waar Langdon een lezing bijwoont van Katherine Solomon, een vooraanstaand wetenschapper en tevens zijn vriendin. Katherine staat op het punt een baanbrekend boek te presenteren dat de wereld zal schokken met revolutionaire ontdekkingen over het menselijk bewustzijn. Maar de avond neemt een duistere wending wanneer een brute moord plaatsvindt en Katherine op mysterieuze wijze verdwijnt, samen met haar manuscript.


Vanaf dat moment wordt Langdon meegesleurd in een race tegen de klok om Katherine te vinden en de geheimen van haar onderzoek te ontrafelen. Hij ontdekt al snel dat hij wordt bedreigd door een machtige organisatie en achtervolgd door een angstaanjagende tegenstander, gehuld in de duistere legendes van Praag. De plot verplaatst zich naar Londen en New York, terwijl Langdon wanhopig zoekt naar antwoorden en Katherine probeert te redden.


De manier waarop Dan Brown moeiteloos futuristische wetenschap verweeft met eeuwenoude mythen en volksverhalen is ongeëvenaard. Langdon navigeert door complexe symboliek, esoterische kennis en technologische hoogstandjes, terwijl hij de schokkende waarheid achter een geheim project onthult dat ons begrip van het menselijk bewustzijn voorgoed zal veranderen.


Brown staat bekend om zijn gedetailleerde research en zijn vermogen om complexe ideeën toegankelijk te maken voor een breed publiek. In 'Het ultieme geheim' is dit niet anders. Hij neemt de lezer mee in de fascinerende wereld van de neurowetenschap, de mystiek en de oude geschiedenis, en weet tegelijkertijd een spannend en meeslepend verhaal te vertellen.


De personages in dit boek zijn wederom overtuigend en complex. Robert Langdon is de vertrouwde held, met zijn scherpe intellect en encyclopedische kennis. Katherine Solomon is een sterke en intelligente vrouw, wiens onderzoek de potentie heeft om de wereld te veranderen. De schurken zijn angstaanjagend en mysterieus, met verborgen motieven en een meedogenloze vastberadenheid.


De spanning in het boek is constant voelbaar. Brown weet de lezer op het puntje van zijn stoel te houden met onverwachte wendingen, cliffhangers en adembenemende actiescènes. De plot is ingewikkeld en gelaagd, met verschillende verhaallijnen die uiteindelijk samenkomen in een spectaculaire ontknoping.

Natuurlijk is 'Het ultieme geheim' niet zonder de bekende Dan Brown-elementen die sommige lezers wellicht als clichématig beschouwen. De vele uiteenzettingen over kunstgeschiedenis en symboliek kunnen soms wat langdradig aanvoelen, en de plot kan hier en daar wat vergezocht zijn. Maar over het algemeen is 'Het ultieme geheim' een meeslepende en intelligente thriller die de lezer van begin tot eind zal boeien.


Dit boek is een waardige toevoeging aan Dan Browns oeuvre. Het is een spannende en intelligente thriller die de lezer meeneemt op een adembenemende reis door wetenschap, mystiek en eeuwenoude geheimen. Of je nu een fan bent van Robert Langdon of gewoon op zoek bent naar een goed boek om in te verdwalen, het is een absolute aanrader. Bereid je voor op een zinderende race tegen de klok, waarbij de grenzen van het menselijk bewustzijn op de proef worden gesteld.


Paperback I Nederlands I 768 bladzijden I Luitingh Sijthoff I €29,99 GBP

De limited edition van 'Het ultieme geheim', de nieuwe, meeslepende thriller van 'De Da Vinci Code'-auteur Dan Brown is door de auteur gesigneerd, genummerd, voorzien van vele extra's zoals folie op het omslag, bijzonder bedrukte schutbladen en goud op snee. Bovendien zit er een geheime afbeelding in het boek verstopt.


€75

Dan Brown is de wereldwijde bestsellerauteur van onder meer de thrillers 'De Da  Vinci Code', 'Het Bernini Mysterie', 'Het Verloren Symbool', 'Inferno' en 'Oorsprong'.Tot hij besloot zich volledig op het schrijven te richten, doceerde Dan Brown Engels aan de Phillips Exeter Academy. Als zoon van een prijswinnend wiskundige en een moeder die religieuze muziek speelde, werd Dan Brown in zijn jeugd omringd door de tegengestelde ideeën van wetenschap en geloof. Deze tegenstellingen vormden al de inspiratiebron voor 'Het Bernini Mysterie', het eerste boek met professor Robert Langdon in de hoofdrol. In 2020 verscheen er een prentenboek van zijn hand, 'Het wilde dierenorkest'. Brown componeerde zelf de muziek voor de bijbehorende muziekapp.

Meer boeken van Dan Brown:

Lou Geluyckens neemt ons in ‘Filips en Johanna’ mee op een onvergetelijke reis naar de turbulente zestiende eeuw, waar politieke ambities en persoonlijke passies op dramatische wijze met elkaar in botsing komen. Het boek, dat zich concentreert op het huwelijk tussen Filips de Schone en Johanna van Castilië, is meer dan een historische reconstructie; het is een indringend portret van twee individuen die gevangen zitten in de maalstroom van hun tijd, hun eigen emoties en de meedogenloze politieke intriges die hun levens bepalen.

 

Geluyckens weet de lezer vanaf de eerste pagina te boeien met een levendige beschrijving van de aanloop naar het huwelijk. De pracht en praal van de voorbereidingen, de gespannen verwachting en de uitbundige festiviteiten in Lier worden tot in detail geschilderd, waardoor je als lezer direct wordt ondergedompeld in de sfeer van de zestiende eeuw. Het is alsof je zelf deel uitmaakt van de menigte, meejuichend en meevierend met de toekomstige echtgenoten.

 

Maar al snel slaat de sfeer om. Achter de façade van de dynastieke unie schuilt een complex web van persoonlijke worstelingen en politieke manoeuvres. Filips, getekend door het vroege verlies van zijn moeder en gedreven door zijn zucht naar schoonheid, blijkt meer een verleider dan een staatsman. Johanna, daarentegen, is een gevoelige en gepassioneerde vrouw, die steeds verder wegzakt in eenzaamheid, jaloezie en angst.

 

Geluyckens weet op meesterlijke wijze de psychologische complexiteit van beide hoofdpersonen te onthullen. Je voelt de pijn van Filips, die verscheurd wordt tussen zijn verantwoordelijkheden en zijn verlangens. En je begrijpt de wanhoop van Johanna, wier liefde langzaam verandert in een obsessie die haar uiteindelijk zal vernietigen.

 

De auteur schuwt de donkere kanten van het verhaal niet. De vermeende waanzin van Johanna, die later als excuus zal dienen om haar uit de macht te zetten, wordt op indringende wijze beschreven. Geluyckens laat zien hoe een vrouw die te veel voelde in een wereld die te weinig begreep, ten prooi viel aan de meedogenloosheid van haar tijd.

 

Wat ‘Filips en Johanna’ echt bijzonder maakt, is de combinatie van een gedegen historisch onderzoek met een meeslepende vertelstijl. Geluyckens heeft duidelijk veel tijd en energie gestoken in het reconstrueren van de gebeurtenissen en het begrijpen van de context waarin ze plaatsvonden. Maar hij is er ook in geslaagd om een verhaal te schrijven dat de lezer raakt en aan het denken zet.

 

De heldere en levendige taal van Geluyckens maakt het boek toegankelijk voor een breed publiek. Ook lezers die minder bekend zijn met de geschiedenis van de zestiende eeuw zullen moeiteloos in het verhaal worden gezogen. De auteur weet de historische feiten op een boeiende manier te presenteren, zonder daarbij afbreuk te doen aan de complexiteit van de personages en de gebeurtenissen.

 

'Filips en Johanna' is een meesterlijke roman die de lezer nog lang zal bijblijven. Het is een verhaal over liefde, macht, waanzin en de tragische gevolgen van politieke ambitie. Lou Geluyckens heeft met dit boek een indrukwekkend portret geschilderd van twee mensen die gevangen zaten in de greep van hun tijd, hun eigen emoties en de meedogenloze krachten die hun levens bepaalden. Een absolute aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in geschiedenis, psychologie en de complexiteit van menselijke relaties. Dit boek verdient een breed publiek en zal ongetwijfeld tot veel discussie en reflectie leiden. Het is een waardevolle bijdrage aan de historische fictie en een bewijs van het talent van Lou Geluyckens als auteur.


Recensent: Carlo.Corstjens@dissonant.be


Hardcover I Nederlands I 376 bladzijden I Uigeverij Elena I €34,50

Lou Geluyckens (1959) geboren en getogen in Lier, volgde zijn opleiding aan het Sint-Gummaruscollege en later aan de technische school RITO, waar hij de stiel van de houtbewerking leerde. Na zijn studies trad hij in dienst bij de Antwerpse lijstenmakerij De Wieuw, waar hij 42 jaar lang werkzaam was als lijstenmaker/restaurateur.


In 2019 debuteerde Geluyckens als romanschrijver met het boek 'De chroniqueur van Tstadt'. Het verhaal verweefde Antwerpse figuren, urban legends en historische feiten met elkaar.


Datzelfde jaar ging hij met pensioen bij firma De Wieuw, waardoor hij meer tijd kreeg om te schrijven. In 2021 verscheen 'Het Klavertje van Lier', een historische roman over vier bekende Lierenaars: Felix Timmermans, Louis Zimmer, Lodewijk Van Boeckel en Isidoor Opsomer.


Een jaar later verscheen het vervolg op zijn Antwerpse kroniek: 'De Hemelspiegel'. Datzelfde jaar bracht hij ook het boek 'De Moedige Bootvissers' uit, de geschiedenis van de bekende Lierse toeristenvereniging van ex-palingvissers.

Dag Lou, dank dat je even tijd voor ons hebt genomen, we zijn nieuwsgierig naar je nieuwe boek dat 20 september in de boekhandel ligt 'Filips en Johanna'.


Er wordt wel eens beweerd dat uw schrijfstijl doet denken aan Felix Timmermans, in hoeverre ben je het daar mee eens?


Lou: 'Die uitspraak gaat terug tot jaren geleden, toen ik mijn eerste boeken schreef: 'De chroniqueur van Tstadt' en het vervolg 'De Hemelspiegel'. In die werken koos ik bewust voor een wat verouderde, barokke stijl die, met enige goede wil, aan Felix Timmermans deed denken. Een ouder publiek wist dat doorgaans te waarderen, maar jongere lezers vonden de stijl te oubollig. Daarom heb ik mijn schrijfstijl in de loop der jaren sterk versoberd en meer eigentijds gemaakt. De bewuste uitspraak heeft er wel toe geleid dat ik mijn tot nu toe meest succesvolle boek schreef: 'Het Klavertje van Lier', over de vier Lierse grootheden die toevallig in dezelfde periode leefden: schrijver Felix Timmermans, klokkenmaker Louis Zimmer, kunstsmid Lodewijk Van Boeckel en kunstschilder Isidoor Opsomer.'


Wat was de oorspronkelijke vonk of het idee voor dit verhaal? Waar komt de inspiratie vandaan?


Lou: 'Als rasechte Lierenaar groei je op met het verhaal dat onze kleine stad ooit het toneel was van een van de meest memorabele huwelijken uit de geschiedenis: dat van Filips de Schone en Johanna van Castilië, de latere ouders van de beruchte keizer Karel.


Tot vandaag verwijzen feestzalen, hotels en straatnamen in onze stad naar dit gebeuren, wat bewijst dat Lier trots is op deze geschiedenis. Als kind vroeg ik me al af hoe het er tijdens dat spraakmakende huwelijk aan toe moet zijn gegaan. Die gedachte prikkelde mijn verbeelding en zette me ertoe aan om me in deze geschiedenis te verdiepen. Het resultaat is dit boek, een historische roman, waarin ik van naaldje tot draadje het hele verhaal vertel, in een levendige en toegankelijke taal.'


Waar gaat het boek precies over?


Lou: 'Over het huwelijk dat begon als een dynastieke unie tussen het Spaanse koningshuis en de Habsburgers om hun macht te versterken tegenover het vijandige  Frankrijk. Toen Filips en Johanna elkaar in Lier ontmoetten, daags voor hun huwelijk, sloeg de vonk meteen over. De toekomst leek hen toe te lachen, maar al gauw doemden donkere wolken op. Filips, getekend door de vroege dood van zijn moeder Maria van Bourgondië, bleek meer een verleider dan een toegewijde echtgenoot. Johanna, een gevoelige en kwetsbare jonge vrouw, raakte gaandeweg meer en meer verstrikt in haar eenzaamheid, angsten en achterdocht. Na de onverwachte dood van Filips verloor zij definitief haar houvast. Haar vader, en later haar zoon Karel V, zetten haar opzij en lieten haar opsluiten in een kasteel in Spanje, zogezegd omdat ze geestelijk niet gezond was en niet bekwaam om te regeren, maar eigenlijk uit eigenbelang. Zo ging zij onterecht de geschiedenis in als Johanna de Waanzinnige.


Maar mijn boek handelt voornamelijk over de lange aanloop naar het huwelijk en de huwelijksdagen zelf. Ik belicht de twijfels en de onhebbelijkheden van de hoofdpersonages en probeer zo van de bordkartonnen historische figuren, die we kennen vanuit de geschiedenislessen op school, levende mensen te maken. Ik probeer ook duidelijk te maken waarom voor een bescheiden Brabantse stad als Lier werd gekozen om er de plechtigheid te laten gebeuren, en niet voor belangrijke steden als Brussel, Antwerpen of Mechelen.'


Wie zijn de hoofdpersonen en wat zijn hun drijfveren of ontwikkeling in het verhaal?


Lou: 'De voornaamste personages in dit verhaal zijn uiteraard Filips en Johanna, maar ook Filips’ vader, de Oostenrijkse keizer Maximiliaan I, speelt een belangrijke rol. Het was immers hij die besloot een dubbelhuwelijk te arrangeren: enerzijds tussen zijn zoon Filips en Johanna, anderzijds tussen zijn dochter Margaretha van Oostenrijk en Juan van Aragón. Dat laatste huwelijk komt in mijn boek nauwelijks aan bod, omdat ik me heb toegespitst op de eerste verhaallijn, maar de rol van Margaretha is zeker niet onbelangrijk. Daarnaast wordt ook het Spaanse hof van de katholieke vorsten Ferdinand II van Aragón en Isabella I van Castilië belicht. De drijfveer is duidelijk: zij wilden, net als Maximiliaan, met het dubbelhuwelijk een machtige basis uitbouwen om zich te verzetten tegen Frankrijk.'


Wat was het moeilijkste aspect bij het schrijven van dit boek?


Lou: 'Mijn bedoeling was om een zo accuraat mogelijke weergave van de omstandigheden neer te schrijven, maar al bij het eerste opzoekwerk stuitte ik op ettelijke tegenstrijdigheden in mijn bronnen. Opmerkelijk genoeg is over de aanloop naar het huwelijk heel wat bekend – tot in de kleinste details. Zo valt bijvoorbeeld precies terug te vinden hoeveel kippen, vaten reuzel en tonnen wijn mee aan boord gingen tijdens Johanna’s overtocht van Spanje naar onze streken. Maar zodra het over de huwelijksdagen zelf gaat, lopen de versies sterk uiteen en zijn er aanzienlijke hiaten in het verhaal. Ik heb geprobeerd uit dit kluwen een samenhangend geheel te vormen om de gebeurtenissen zo geloofwaardig mogelijk te vertellen.'


Waar bent u het meest trots op in dit boek?


Lou: 'Dat ik, ondanks alle moeilijkheden en tegenstrijdigheden, toch een volledig relaas heb kunnen samenstellen dat niet alleen geloofwaardig is, maar waarschijnlijk ook dicht aansluit bij de werkelijke omstandigheden waarin het zich heeft afgespeeld. Niemand kan het vandaag nog navertellen, maar door de sfeer van de late 15e eeuw op te roepen, kan de lezer zich moeiteloos in de personages verplaatsen en voelt het alsof je zelf midden in de gebeurtenissen staat.'


Voor wie schreef u dit boek?


Lou: 'In de eerste plaats voor alle Lierenaars die zich, net als ik, al jaren afvragen hoe het er tijdens die dagen in 1496 aan toe moet zijn gegaan in onze stad. Maar bij uitbreiding voor iedereen die geboeid is door het rijke en roemrijke verleden van onze contreien.'


Wat zijn uw plannen voor toekomstige projecten?


Lou: 'Daar kan ik heel duidelijk over zijn, want het is intussen al veel meer dan een plan. Ik werk al maanden aan een nieuw boek dat, met wat goede wil, als een vervolg kan worden gezien op mijn historische roman over Filips en Johanna. In de vroege 16e eeuw woonde de Deense koning Christiaan II namelijk zes jaar lang in ballingschap in Lier, nadat hij op sluwe wijze bijna de hele opstandige Zweedse adel om het leven had laten brengen. Deze vorst, tegelijk een tiran én een opmerkelijk begripvolle figuur tegenover de bevolking, kende een dramatisch maar bijzonder intrigerend leven. Hij was gehuwd met de jongere zus van keizer Karel V, maar had meer belangstelling voor zijn maîtresse, een Hollands burgermeisje, dan voor zijn gemalin. Ik ben zijn verhaal momenteel minutieus aan het uitspitten en uitschrijven. Zeer boeiende materie.'


Als je de kans kreeg om een wapenschild te ontwerpen, welke symbolen of dieren zou
je dan in het wapen van je familie opnemen?


Lou: 'Jullie hebben de moeilijkste vraag voor het laatst bewaard. Ik zou waarschijnlijk kiezen voor een veer en een perkamenten rol, als symbolen van mijn liefde voor het vertellen en opschrijven van verhalen uit het verleden. Als dier zou ik de uil kiezen, die altijd een beetje ondoorgrondelijk is, net als de geschiedenis zelf.'


We kijken uit naar het nieuwe boek van Lou Geluyckens, 'Filips en Johanna' dat vanaf 20 september in elke boekhandel te verkrijgen is. U kan het boek nu al bestellen via deze link.


Carlo.Corstjens@dissonant.be


Hardcover I Nederlands I 376 bladzijden I Uitgeverij Elena I €34,50 GBP

‘Waar de zon de sneeuw raakt’, het nieuwste boek van Mélissa Da Costa, is een roman die met hoge verwachtingen werd onthaald, niet in de laatste plaats door het succes van ‘Al het blauw van de hemel’. Da Costa heeft een reputatie opgebouwd als een auteur die weet te ontroeren, die complexe emoties weet te vangen in een toegankelijke schrijfstijl en die personages creëert die je als lezer niet snel loslaten. Echter, ‘Waar de zon de sneeuw raakt’, hoewel zeker niet zonder verdiensten, weet niet helemaal dezelfde snaar te raken als haar eerdere romans.

 

Het verhaal draait om Philippe en Ambre. Philippe, een veertiger, commercieel directeur, getrouwd en vader, en Ambre, een twintiger die worstelt met een leeg bestaan. Wanneer Ambre een poging tot zelfdoding doet, stuurt Philippe haar naar een afgelegen hotel in de bergen, waar ze als serveerster aan de slag kan. Daar moet ze zichzelf opnieuw uitvinden en leren leven zonder hem. Het boek schetst een beeld van een nieuw begin, een kroniek van een hotel waar een diverse groep seizoenswerkers samenleeft, elk getekend door het leven. We maken kennis met hun kwetsbaarheden, angsten en geheimen, en zien hoe Ambre langzaam maar zeker hun stiltes betreedt en, met hun hulp, uit haar eigen stilte stapt.

 

De setting van het verhaal, een hotel in de bergen, is prachtig beschreven. Da Costa weet de sfeer van de locatie goed over te brengen, waardoor je als lezer de koude berglucht bijna kunt voelen. Deze omgeving vormt een interessant contrast met de innerlijke strijd van de personages, die worstelen met hun verleden en de uitdagingen van het heden.

 

De plot ontvouwt zich geleidelijk, waarbij Da Costa de tijd neemt om de lezer onder te dompelen in de levens van de personages. We leren over hun achtergronden en de gebeurtenissen die hen hebben gevormd. De interacties tussen Ambre en de andere seizoenswerkers zijn ontroerend en laten zien hoe mensen elkaar kunnen helpen en steunen in moeilijke tijden.

 

Ondanks de sterke punten van het boek, zoals de sfeervolle setting en de interessante personages, zijn er ook enkele aspecten die minder overtuigen. Een van de belangrijkste minpunten is de uitwerking van de relatie tussen Philippe en Ambre. Hoewel deze relatie een belangrijke rol speelt in het begin van het verhaal, blijft de dynamiek tussen de twee personages wat oppervlakkig. Het is niet altijd duidelijk wat hen precies bindt en waarom Philippe zo'n grote invloed heeft op Ambre's leven.

 

Daarnaast voelt het verhaal soms wat melodramatisch aan. De personages worden geconfronteerd met de ene tegenslag na de andere, waardoor het soms moeilijk is om hun leed nog serieus te nemen. Hoewel het leven nu eenmaal niet altijd eerlijk is, kan de opeenstapeling van ellende in ‘Waar de zon de sneeuw raakt’ wat overdreven overkomen.

 

Een ander punt van kritiek is de ontwikkeling van Ambre als personage. Hoewel ze in het begin van het verhaal worstelt met haar verleden en haar identiteit, maakt ze gedurende het verhaal weinig ontwikkeling door. Ze blijft grotendeels afhankelijk van anderen en lijkt niet echt in staat om haar eigen problemen op te lossen. Dit maakt haar als personage minder boeiend en minder memorabel.

 

Vergeleken met ‘Al het blauw van de hemel’, dat gekenmerkt werd door een meeslepende plot, verrassende wendingen en een sterke emotionele impact, valt ‘Waar de zon de sneeuw raakt’ wat tegen. Het mist de indringendheid en de emotionele diepgang die haar eerdere werk zo succesvol maakten. Dat wil niet zeggen dat het een slecht boek is, integendeel. Het is nog steeds een prettig leesbaar verhaal met mooie beschrijvingen en interessante personages. Echter, het voldoet niet helemaal aan de hoge verwachtingen die Da Costa zelf heeft gecreëerd. ‘Al het blauw van de hemel’ wist je als lezer echt te raken en zinderde nog lang na, iets wat ‘Waar de zon de sneeuw raakt’ helaas niet doet.

 

Concluderend kan gesteld worden dat ‘Waar de zon de sneeuw raakt’ een aardige roman is, maar niet Da Costa's beste werk. De prachtige setting en de interessante personages compenseren de melodramatische plot en de oppervlakkige uitwerking van de relatie tussen Philippe en Ambre niet volledig. Lezers die op zoek zijn naar een meeslepend verhaal met veel emotionele diepgang, zullen wellicht teleurgesteld zijn. Echter, voor liefhebbers van sfeervolle romans die zich afspelen in een adembenemende omgeving, is het zeker een aanrader. Het is een boek dat je even doet wegdromen naar de bergen, maar je na het lezen niet lang zal bijblijven.


Recensie: Elke.Haenen@dissonant.be


Paperback I Nederlands I 544 bladzijden I Manteau I €25,99 GBP

Mélissa Da Costa (1990) is een Franse schrijfster. Ze schreef eerst 4 boeken in eigen beheer. De vierde was 'Tout le bleu du ciel', later ook in het Nederlands uitgegeven als 'Al het blauw van de hemel': deze werd opgepikt en uitgegeven door een kleine Franse uitgever. Dat was het begin van een succesverhaal: ze werd voltijds schrijfster en won al meerdere prijzen zoals de Prix Alain-Fournier en de Reader's Choice Award van Le Livre de Poche.

Meer boeken van Mélissa Da Costa:

In haar ontroerende roman 'Al het blauw van de hemel' neemt Mélissa Da Costa de lezer mee op een emotionele reis over de Franse wegen, een tocht die net zozeer een zoektocht naar haarzelf is. Het boek vertelt het verhaal van Emile, een man bij wie op relatief jonge leeftijd dementie wordt vastgesteld. Geschrokken en vastbesloten om zijn waardigheid te behouden, besluit Emile een radicaal andere wending aan zijn leven te geven. Hij verwerpt het idee van een aftakelingsproces in een klinische omgeving, omringd door medelijden. In plaats daarvan kiest hij voor de vrijheid van de open weg.


Emiles beslissing om een camper te kopen en een reisgezel te zoeken, markeert het begin van een avontuur dat zijn leven en dat van de lezer voorgoed zal veranderen. De advertentie die hij plaatst, brengt Joanne op zijn pad, een jonge vrouw gehuld in mysterie. Hun ontmoeting is het startpunt van een onwaarschijnlijke vriendschap en een roadtrip die hen beiden confronteert met hun verleden, hun angsten en hun dromen.


Da Costa weet de complexiteit van Emiles situatie op een indringende manier te schetsen. De lezer voelt zijn angst voor het verlies van zijn herinneringen, zijn frustratie over de op handen zijnde aftakeling, maar ook zijn immense levenslust en zijn verlangen om de controle over zijn eigen verhaal te behouden. De keuze voor een camperreis is niet alleen een vlucht, maar ook een bewuste poging om de schoonheid van het leven te omarmen, zolang het nog kan.


De dynamiek tussen Emile en Joanne is een van de sterke punten van het boek. Joanne, met haar eigen geheimen en onverwerkte trauma's, biedt Emile een luisterend oor en een helpende hand, maar ze daagt hem ook uit om zijn angsten te overwinnen en zijn verleden onder ogen te zien. Gaandeweg ontstaat er een diepe band tussen de twee, een band die gebaseerd is op wederzijds respect, begrip en een gedeeld verlangen naar authenticiteit.


De reis zelf is prachtig beschreven, met levendige details over de Franse landschappen, de pittoreske dorpjes en de adembenemende vergezichten. Da Costa weet de sfeer van de verschillende locaties perfect over te brengen, waardoor de lezer zich waant als een stille getuige van Emiles en Joannes avonturen. De beschrijvingen zijn niet alleen decoratief, maar dragen ook bij aan de thematiek van het boek. De openheid van de natuur contrasteert met de beperkingen die Emile voelt als gevolg van zijn ziekte, terwijl de schoonheid van de omgeving een bron van troost en inspiratie vormt.


'Al het blauw van de hemel' is meer dan alleen een roman over dementie en een roadtrip. Het is een verhaal over de kracht van menselijke verbinding, over de moed om je eigen weg te kiezen, en over de schoonheid van het leven, zelfs in de schaduw van de dood. Da Costa weet op een gevoelige en respectvolle manier de complexiteit van dementie te belichten, zonder in sentimentaliteit te vervallen. Ze laat zien dat het leven, ondanks de uitdagingen en tegenslagen, nog steeds vol betekenis en schoonheid kan zijn.


Het boek is ontroerend, maar ook hoopvol. Het herinnert ons eraan dat het nooit te laat is om je dromen na te jagen, om nieuwe verbindingen aan te gaan en om de schoonheid van de wereld te omarmen. 'Al het blauw van de hemel' is een absolute aanrader voor iedereen die op zoek is naar een verhaal dat je raakt, je aan het denken zet en je met een warm gevoel achterlaat. Het is een boek dat nog lang na het omslaan van de laatste bladzijde in je gedachten blijft nazinderen.


Recensie: Elke.Haenen@dissonant.be


Paperback I Nederlands I 640 bladzijden I Manteau I €24,99 GBP

Mélissa Da Costa (1990) is een Franse schrijfster. Ze schreef eerst 4 boeken in eigen beheer. De vierde was 'Tout le bleu du ciel', later ook in het Nederlands uitgegeven als 'Al het blauw van de hemel': deze werd opgepikt en uitgegeven door een kleine Franse uitgever. Dat was het begin van een succesverhaal: ze werd voltijds schrijfster en won al meerdere prijzen zoals de Prix Alain-Fournier en de Reader's Choice Award van Le Livre de Poche.

Meer boeken van Mélissa Da Costa:

Toni Coppers weet met 'Iris' opnieuw een spannende thriller neer te zetten, ditmaal met Liese Meerhout in de hoofdrol. Meerhout, pas gepromoveerd tot commissaris bij de moordbrigade, krijgt meteen een complexe zaak voor haar kiezen: de moord op een NAVO-kolonel wiens lichaam wordt gevonden in een ondiep graf in het bos. De kolonel draagt een opvallend juweel om zijn hals, wat de zaak direct een mysterieus tintje geeft.


Coppers staat bekend om zijn realistische politieromans en ook in 'Iris' weet hij de sfeer binnen een moordbrigade goed weer te geven. De onderlinge verhoudingen, de hiërarchie en de soms moeizame samenwerking worden geloofwaardig beschreven. Liese Meerhout, als nieuwkomer en vrouw in een door mannen gedomineerde omgeving, heeft het niet makkelijk. Ze moet zich niet alleen bewijzen in een ingewikkelde moordzaak, maar ook opboksen tegen de machocultuur binnen het team. Dit aspect van het verhaal voegt een extra dimensie toe aan de plot en maakt Liese tot een personage waarmee je als lezer meeleeft.


De plot is complex en zit goed in elkaar. Na de vondst van het lichaam van de NAVO-kolonel, wordt al snel een tweede lijk gevonden in hetzelfde bos. Het slachtoffer is een louche autohandelaar, die eveneens een mysterieus juweel draagt en een witte bloem tussen zijn gevouwen handen heeft. De overeenkomsten tussen de slachtoffers doen vermoeden dat er een verband is, maar wat is dat verband precies? Liese en haar team staan voor een raadsel.


Coppers weet de spanning langzaam op te bouwen. Naarmate Liese dieper in de zaak duikt, komen er steeds meer vragen en nieuwe aanwijzingen boven tafel. De lezer wordt meegenomen in het onderzoek en krijgt de kans om mee te speuren naar de dader. De auteur weet de aandacht goed vast te houden door regelmatig nieuwe ontwikkelingen te introduceren en de personages verder uit te diepen.


Naast de moordzaak speelt ook het privéleven van Liese Meerhout een rol. Haar relatie staat onder druk en de spanningen lopen hoog op. Dit persoonlijke aspect van het verhaal maakt Liese tot een complexer en menselijker personage. Het zorgt ervoor dat je als lezer niet alleen betrokken raakt bij de zaak, maar ook bij het wel en wee van de hoofdpersoon.


Toch zijn er ook enkele kleine minpunten te noemen. Soms voelt de hoeveelheid informatie overweldigend aan, waardoor het lastig kan zijn om alle details te onthouden. Ook zijn sommige personages wat stereotiep neergezet, waardoor ze minder diepgang hebben. Dit doet echter weinig af aan het leesplezier.


Al met al is 'Iris' een spannende en goed geschreven thriller die je van begin tot eind weet te boeien. Toni Coppers bewijst opnieuw zijn vakmanschap en weet met Liese Meerhout een interessante nieuwe hoofdpersoon te introduceren. De complexe plot, de realistische beschrijving van het politiewerk en de persoonlijke problemen van Liese maken dit boek tot een absolute aanrader voor liefhebbers van het genre. De ontknoping is verrassend en zorgt ervoor dat je het boek met een voldaan gevoel dichtslaat. Coppers weet de lezer te verrassen en laat je nagelbijtend achter tot de laatste bladzijde.


Recensie: Jens.Moerveer@dissonant.be


Paperback I Nederlands I 320 bladzijden I Borgerhoff & Lamberigts I €22,99 GBP

Toni Coppers schrijft al jaren mooie thrillers. Hij werd in 2022 bekroond met de Hercule Poirot Life Time award én de Max Gouden Vleermuis Oeuvreprijs maar belangrijker zijn voor hem de vele publieksprijzen zoals de Hebban Thrillerprijs en verschillende Hercule Poirot publieksprijzen die hem tot Vlaanderen’s favoriete thrillerauteur maken. Toni werd geboren in Sint-Truiden op 6 september 1961. Nu woont en schrijft hij afwisselend in Antwerpen en de Ardennen. Toni is getrouwd met coauteur Annick Lambert en samen hebben ze 5 kinderen in een nieuw samengesteld gezin.

Toni’s thrillers staan bekend om de ingenieuze plots en doorgedreven psychologische karaktertekeningen die de boeken tot toppers in hun genre maken. Hij schrijft over mensen van vlees en bloed. Zelden is iemand helemaal juist of helemaal fout. Slachtoffers en daders zijn levensecht. Net door dat menselijke is Coppers zo’n hartverwarmende auteur.

Met de thriller Niets is Ooit gaf hij het startschot voor de succesreeks rond commissaris Liese Meerhout. De moordonderzoeken van de populairste vrouwelijke commissaris van Vlaanderen hebben ondertussen al bijna 20 boeken gevuld. Dood Water, het boek waarin de Schelde de hoofdrol wegkaapt, werd bekroond met de eerste Hercule Poirot juryprijs, De moord op Arno Linter genomineerd voor de Gouden Strop. De thrillers met commissaris Liese Meerhout in de hoofdrol werden verfilmd in de televisiereeks ‘Coppers’. Internationaal werd de reeks onder de naam “Rough Justice” uitgezonden in vele landen waaronder Nieuw-Zeeland en Canada.

In 2020 schreef Toni VAL. Daarmee werd een tweede thrillerreeks rond de eigenzinnige privédetective Alex Berger boven de doopvont gehouden. Toni had Alex Berger al eens eerder opgevoerd in De Zaak Magritte, een thriller die hij schreef op vraag van de erven Magritte. De schilder zelf was immers net als Toni een grote fan van de Maigret-thrillers van Simenon. Het hoofdpersonage Alex Berger liet Toni echter niet los en hij besliste om vanaf 2020 de man een eigen reeks te gunnen. VAL was een schot in de roos en zowel het boek als de cover vielen in de prijzen.

Toni werkte voor hij schrijver werd voor de VRT als radioproducer en presentator van reisprogramma’s. Als reisjournalist maakte hij reportages en documentaires over de hele wereld en zo schreef hij op locatie zijn eerste brievenroman in 1995. Daarna schreef hij bijna 10 jaar niet tot hij in 2005 de schrijfmicrobe niet meer kon onderdrukken en met Dixit zijn eerste, weliswaar komische thriller, afleverde. Sindsdien is hij gelukkig nooit meer gestopt met schrijven.

Bernard Vandeginste neemt de lezer in zijn boek mee naar het Mechelen van de zeventiende eeuw, een periode waarin de stad aan de Dijle bruiste van het leven, maar ook geteisterd werd door armoede, ziekte en onrust. Vandeginste schetst een levendig beeld van de stad, met haar kerken in voortdurende staat van verbouwing, de kakofonie van geluiden op straat en de verstikkende stank die overal hing.


Het boek opent met een scène die de lezer onmiddellijk in de sfeer van de zeventiende eeuw trekt. Het helse kabaal en getier van een vrouw zet de hele buurt rond de Sint-Katelijnekerk op stelten. Deuren vliegen open, mannen en vrouwen lopen in paniek de straat op. Vandeginste weet de spanning en chaos van het moment perfect te vangen, waardoor de lezer zich direct betrokken voelt bij het verhaal.


Deze intense opening vormt de prelude op het verhaal van een van de meest getalenteerde kunstenaarsfamilies van de zeventiende eeuw: de Faydherbes. Vandeginste laat zien dat de sporen die dit artistieke geslacht heeft achtergelaten ronduit meesterlijk zijn. Het boek is echter meer dan alleen een lofzang op Lucas Faydherbe, de grootmeester van de familie. Vandeginste besteedt ook aandacht aan de andere generaties die schitterend werk hebben geleverd.


De Faydherbes waren actief op verschillende artistieke gebieden, waaronder architectuur, beeldhouw-, teken- en schilderkunst. Ze werkten samen met befaamde kunstenaars als Michiel Coxie en Pieter Paul Rubens en leverden een belangrijke bijdrage aan het artistieke patrimonium van Mechelen en daarbuiten. De auteur beschrijft hun werken in detail en weet de lezer te enthousiasmeren voor de schoonheid en het vakmanschap ervan.


Het boek is niet alleen een kunsthistorische studie, maar ook een boeiend portret van een familie. Vandeginste duikt in de persoonlijke levens van de Faydherbes en laat zien hoe hun artistieke talenten werden doorgegeven van generatie op generatie. Hij beschrijft hun successen en tegenslagen, hun liefdes en rivaliteiten. Hierdoor komen de Faydherbes tot leven en worden ze meer dan alleen maar namen in een geschiedenisboek.


Vandeginste heeft grondig onderzoek gedaan naar de Faydherbes en hun tijd. Hij put uit archiefmateriaal, kunsthistorische bronnen en andere relevante literatuur. Hij presenteert zijn bevindingen op een heldere en toegankelijke manier, waardoor het boek geschikt is voor zowel kenners als liefhebbers van kunstgeschiedenis. Het boek is rijk geïllustreerd met afbeeldingen van de werken van de Faydherbes. Deze afbeeldingen geven de lezer een goed beeld van de diversiteit en kwaliteit van hun oeuvre. Ze maken het boek tot een visueel aantrekkelijke en informatieve bron voor iedereen die geïnteresseerd is in de kunst van de zeventiende eeuw.


Een van de sterke punten van het boek is de manier waarop Vandeginste de kunst van de Faydherbes in de context van hun tijd plaatst. Hij laat zien hoe hun werk werd beïnvloed door de politieke, economische en religieuze ontwikkelingen van de zeventiende eeuw. Hij beschrijft de rol van de kerk als belangrijke opdrachtgever van kunstwerken en laat zien hoe de contrareformatie de artistieke smaak beïnvloedde.


Vandeginste toont ook aan hoe de Faydherbes zich wisten aan te passen aan de veranderende eisen van de markt. Ze waren niet alleen in staat om religieuze kunst te maken, maar ook portretten, allegorische voorstellingen en andere soorten werken. Hierdoor wisten ze een breed publiek aan te spreken en hun succes te verzekeren.


Kortom, het boek van Bernard Vandeginste is een boeiende en informatieve studie over de Faydherbes, een van de belangrijkste kunstenaarsfamilies van de zeventiende eeuw. Het boek is onontbeerlijk voor iedereen die geïnteresseerd is in kunstgeschiedenis, de geschiedenis van Mechelen of gewoon een goed verhaal wil lezen. Vandeginste weet de lezer te boeien van de eerste tot de laatste pagina en laat hem kennismaken met een fascinerende wereld van kunst, ambacht en familiebanden. Het is een prachtig eerbetoon aan een artistiek geslacht dat een onuitwisbare stempel heeft gedrukt op het culturele erfgoed van Mechelen.


Recensie: Jens.Moerveer@dissonant.be


Hardcover I Nederlands I 256 bladzijden I Uitgeverij Elena I €34,50

Na een loopbaan als gepromoveerd scheikundige aan de Radbouduniversiteit van Nijmegen gevolgd door een leidinggevende functie in het 'Unilever Research laboratorium' van Vlaardingen begon Bernard Vandeginste (Kortrijk, 1943) zich te interesseren in (kerk)historische onderwerpen Dit resulteerde in werken over de elitaire priestergemeenschap van de oratorianen (Averbode uitgeverij, 2017), de pausen van Avignon (Partizaan, 2022), de historische fictie roman over Anna Maria van Schurman (Partizaan, 2024) en de roman Rituelen (Partizaan, 2024).

Bovendien zijn publicaties van zijn hand verschenen in 'BeNestudium' over de oratorianen (2020), Jan Swammerdam (2022) en Marin Mersenne (2024). Ook is een publicatie in voorbereiding over de machtige kardinalen: Richelieu en Mazarin (non-fictie).

Privacy policy

OK